Wie wordt kampioen?

donderdag 28 januari 2010

Column: Nico Dijkshoorn

'Er moet fantasie in die kop van Gertjan Verbeek, snel'


Gertjan Verbeek, heeft die een zachte kant? Het zou kunnen dat Gertjan, als hij thuis komt, zich uitkleedt, een fluwelen ochtendjas aandoet, 130 geurkaarsjes aansteekt en doodstil, midden in zijn kamer, naar een cd met het geluid van parende walvissen luistert.
Maar ik denk het niet. Gertjan lijkt me meer een jongen die na thuiskomst nog even snel een dragend muurtje uit zijn huis slaat. Niet om het huis opnieuw in te richten, maar gewoon om het beuken, om het rammen. Iets slopen, maakt niet uit wat. Dat is voor hem ontspanning.

Gertjan en ik, het is uit tussen ons. We hadden een tijdje verkering. Toen Gertjan bij Feyenoord werd weggestuurd, koos ik blind voor Verbeek. Ik heb dat zelfs opgeschreven. Ik vond zijn vertrek heroïsch.
Daar liep hij de poort uit, zwaar gepiepeld door een paar verwende profs die een echte-grote-mensen-coach niet aankonden. Zo zag ik het een jaar geleden. Een vakman vond ik Gertjan. Rechtdoorzee, eerlijk, vastberaden en een harde werker.

Juist al die karakteristieken beginnen me nu de keel uit te hangen. Ik zou hem wel eens een keer hartverscheurend hard willen zien huilen, vlak voor de kooi van een heel zielig dood knaagdiertje. Dat zou goed zijn, beelden van Gertjan Verbeek die aan een jongetje van zeven jaar de dood van een huisdier uitlegt.
'Soms, jongen, dan gaan dieren dood, zomaar, opeens. Het ene moment hollen ze nog lekker in een molentje, en een ogenblik later liggen ze in een hoek van hun verblijf negen uur lang in een heel rare houding naar de ingang van hun caviahuisje te loeren. Dat noemen we met een moeilijk woord ook wel: overleden. Neem nu maar even afscheid van Knaagie Knaagmans.' En dan samen huilen.

Dat zit er voorlopig niet in. Gertjan Verbeek is steeds minder van het emotioneel meevoelen. Zet Gertjan naast zo’n jongetje bij een kooi en je krijgt de volgende monoloog.
'Ja, die is dood. Vertel op jongen en kijk me aan als ik tegen je praat. Heb je dit diertje niet goed verzorgd? Hé, matennaaier naast me, ik lul tegen je, lafbekkie, heb jij dat knaagdiertje kapot gemaakt? Wat had ik tegen jou gezegd? Precies, je moet hem volgens een schema voeren, maar meneertje hier, in zijn lullige Bert en Ernie-pyjama, meneertje van zeven jaar oud, vond dat niet belangrijk. En nu is Knaagie Knaagmans dood. Door jou en niet door mij. Wat een naar ventje ben jij.'

Niet alleen ik heb last van Gertjans uitstraling. Frits Barend zag ik een jaar geleden vanuit dezelfde verwondering Gertjan Verbeek interviewen voor de zender Het Gesprek, en eigenlijk wilde Frits maar één ding weten: of Gertjan nog wel eens klaar kwam. Zo plat als ik het nu opschrijf, zo plat was het.
Frits wilde weten of Gertjan, vrijgezel en een goede kop met haar, nog wel af en toe keiharde seks had. Achteraf, met de wetenschap van nu, een goede vraag van Frits. Opeens is dat een relevante nieuwsgierigheid. Ligt Gertjan Verbeek niet ieder weekend zijn drift eruit te schudden op een aardappelzak waar hij met een viltstift even snel twee ogen op heeft getekend? Is hij wel van vlees en bloed? Een jaar geleden vond ik Frits zijn vraag nogal gênant.

Nu begrijp ik hem veel beter. Je wilt, als je die man naast je hebt zitten, zo graag dat hij eens als een doodnormaal, gevoelig mens reageert. Dat hij opeens breekt. Dat hij vlak na dat eeuwige gelul over fysieke belastbaarheid, trainingsintensiteit en de toelaatbare verzuringscurve opeens heel hard begint te huilen, of te lachen. Maakt niet uit waarom.
Desnoods een lachbui van een half uur om een elastiekje dat, heel raar opgevouwen vlak voor hem op tafel, precies lijkt op de vrouw van Foppe de Haan. Jan Mulder had er vorige week zondagavond, tijdens Studio Voetbal, ook last van, dat pantser van keiharde rechtlijnigheid waar Verbeek zich achter verstopt. Nooit is er eens twijfel. Nooit spreekt hij eens op gedempte toon.

Als je Verbeek de ruimte geeft, lult hij een uitzending lang tegen je aan alsof je een kind van drie bent. Jan Mulder wilde weten of Gertjan een zojuist in beeld getoonde overtreding van een Heracles-speler niet schandalig vond. Dat was Verbeek niet met hem eens. Trainer Jan van Dijk, die had gevraagd om een kaart, dat was een matennaaier. Zoiets doe je niet, als collega’s onder elkaar, schreeuwen om een gele kaart.
Daarna zagen we nog een fragment van Verbeek. Hij schoffeerde een trainer die het had gewaagd, vlak naast Gertjan, een ander beeld van de wedstrijd te schetsen dan Gertjan in zijn hoofd had. Ook hier rechtvaardigde Verbeek zijn proletengedrag met dezelfde drogredenering: zoiets doe je niet, als collega’ s onder elkaar.

Dat is het ergerlijke van Verbeek, die op militaire leest geschoeide, humorloze kijk op de wereld. Die verbeten professionaliteit waar iedereen in mee moet gaan. Dat gekmakende gymlerarentoontje als hij iets uitlegt. Gertjan Verbeek is een man die op zeer hoge leeftijd gaat sterven met een lichaam boordevol schreeuwend gelijk.
Al die Oost-Duitse Wirtschaftswunder-uitingen, het zou een keer doorbroken moeten worden. Midden in een betoog een stuk roze kauwgom op zijn voorhoofd plakken, zoiets. Met iets ongewoons die rare fysiek- en mentaalfundamentalist totaal ontregelen.

Wachten tot hij midden in een verhaal zit en dan achteloos een haring in zijn keel proppen. Ik zeg maar wat. Het maakt eigenlijk niet uit, als het maar vreemd is en niets met krachttraining te maken heeft. Zoals Barry Hughes ooit met een roltoetertje de hautaine George Kessler verwarde, zo moeten collega’s van Gertjan iets soortgelijks verzinnen. Het is voor zijn eigen bestwil.
Naast hem gaan staan, in zijn coachvak, met twee lieslaarzen gevuld met garnalen. Laat hem daar maar eens over nadenken. Open moet dat koppige Friese trainershoofd.Zondag zag ik beelden van het trainingskamp. Liep Gertjan tijdens een ochtendtraining, toevallig toen de camera net draaide, weer zwoegend voorop.
Een speler die echt met Gertjan Verbeek meeleeft en hem uit dat Spartaanse keurslijf wil trekken zou hem hebben laten struikelen. En daarna, als Verbeek de schuldige zoekt, alleen op een eekhoorn langs de kant van de weg wijzen.

Er moet fantasie in die kop. Snel.

4 opmerkingen:

Jan-Gert Berveek zei

Een stuk minder dan de vorige.

Vind dat hij hier met heel erg veel woorden steeds hetzelfde zegt... Dat verveelt me een beetje.

Maar evengoed redelijk vermakelijk.

Bert-Jan Vergeek zei

Niet helemaal mee eens...vind deze op zijn minst net zo goed. En waarom? Omdat het zo waar is wat hij zegt. Doordat hij hetzelfde verteld met veel woorden geeft aan dat je Verbeek op vele manieren kan beschrijven,maar dat geeft aan dat hij ook echt zo is.

Nico Dijkshoorn is een collumnist naar mijn hart.

Jan-Gert Berveek zei

Jij bent precies zo als Gert-Jan Verbeek, Bert-Jan Vergeek!!!
Precies zo!!!
Een misselijkmakend eliminair mannetje.

Nu weet ik even niet precies meer wat eliminait betekent, maar vind het een prachtig woord!
Net zoals "hoed" en "boot". Ook allebei prachtige woorden. Maar ik kan niet zeggen dat je een boot mannetje bent, of hoed dan. Dat klinkt niet en betekend niks. Dus gebruik ik liever het woord eliminair. Wat jij dus bent dus.

Zo, dat wilde ik even kwijt

Jan-Gert Berveek zei

En het barst van de taal en spel fouten in mijn stukje.
Dat komt omdat ik dat quasi-laks getyped heb.
En ook quasi-laks is overigens een pracchtig woord.
Dus typte ik extra slecht natuurlijk, zodat ik het woord quasi-laks kon gebruiken.